Dinsdagavond 7 oktober verzamelen zich ruim 20 mensen in Boekhandel Kirchner in Amsterdam. Manuela Kalsky en Diana Vernooij vertellen naar aanleiding van het boek Flexibel geloven, en gaan in gesprek met de aanwezigen.
Religieuze meerstemmigheid is een tamelijk onbekend gebied. De traditionele instituten zijn kleiner geworden maar de vragen van de mensen zijn urgenter dan ooit. In het boek staan 11 interviews die laten zien hoe deze vragen individueel beleefd worden.
Manuela Kalsky zegt dat de grenzen tussen religies vloeibaar zijn geworden. Aan de VU wordt onderzoek gedaan naar Multiple Religious Belonging. Er waren altijd al mensen die leefden in twee tradities omdat ze die van huis uit meekregen, maar tegenwoordig gaan mensen zelf op zoek. Onderzocht wordt of mensen twee of meer tradities naast elkaar hebben, of dat ze elementen op elkaar stapelen en het meer gelaagd is en ook hoe het met al die individuele zoekers dan zit met gemeenschap.
Diana Vernooij, christen en boeddhist, voorganger in De Duif, is een van de geïnterviewden uit het boek. Zij stelt dat er maar twee religies zijn: fundamentalisme en openheid. Wil je houvast hebben, alles dichttimmeren of ben je op zoek naar wat bij je past, wat een goede richtingwijzer is voor jou. Hoe jij goed kunt leven.
Van huis uit RK, ziet ze de beperkingen. De Feministische theologie stelde: wij zijn zelf de kerk. Dat veranderde echter niets aan het feit dat je als vrouw nooit een voortrekkersrol mag vervullen. Maar rond het ziekbed en het overlijden van haar moeder was er een pastor die goede begeleiding gaf en in zijn ritueel iedereen mee nam, zo dat het troost gaf en helpend was. Dat was een eyeopener. Zij realiseerde zich dat dit in de kraakbeweging en feministische beweging ontbrak.
Zij ontdekte het boeddhisme. Nu heeft ze beide tradities nodig, en zijn al haar overwegingen in De Duif boeddhistisch geïnspireerd. In de christelijke traditie is het makkelijker om je te betrekken op je naaste, maar het gevaar van activisme ligt daar wel op de loer. Je moet rechtvaardigheid doen. In het boeddhisme vindt ze ruimte voor vragen als hoe om te gaan met het leven, hoe je geest in elkaar zit en hoe je je vrijer kunt maken.
Zij onderstreept het belang van rituelen, vanouds belangrijk in religieuze tradities. Rituelen helpen mensen het leven te ordenen en zin te geven. In deze tijd ontstaan nieuwe rituelen, bijvoorbeeld na ingrijpende gebeurtenissen en rond Allerzielen.
Zelf op zoek gaan naar wat je zin en richting geeft kan ook eenzaam maken. Het is prettig als je ook iets van buiten krijgt, je kunt niet alles uit boeken en jezelf halen. Hoe vind je een gemeenschap, waar genoeg vrijheid is en waar je ook genoeg kunt krijgen? Dat is een belangrijke vraag. Treffend werd dit verwoord door een jonge filosofie-studente, die van huis uit geen enkele traditie heeft meegekregen en overal zoekt naar houvast en antwoord. Je moet alles zelf doen en dat heeft ook iets moeilijks, zei ze, je hebt de geschiedenis niet meegekregen. Op de vraag uit het publiek wat ze zou doen als ze zelf een kindje zou krijgen, antwoordt ze na enige aarzeling: Ik zou het misschien toch wel wat willen meegeven.
(ook gepubliceerd op www.nieuwwij.nl)