Stelen uit de nalatenschap blijft onbestraft, ofwel: Hoe misdaad loont

Als NalatenschapsMakelaar ontmoet ik zo nu en dan erfgenamen die meemaken dat er uit de nalatenschap wordt gestolen. Soms door een huisgenoot die geen erfgenaam is, soms door een van de erfgenamen die daarna snel gaat verwerpen en met de noorderzon vertrekt en de anderen met een probleem achterlaat. De dief komt er mee weg, zo is mijn ervaring.

Zo kan dat bijvoorbeeld gaan:

Na overlijden van moeder hadden haar zonen geen inzicht in haar financiële situatie en bovendien een slechte relatie met haar huisgenoot. Beneficiair aanvaarden was het veiligste.

Al spoedig bleek dat de huisgenoot niet bereid was alle eigendommen van moeder af te geven. Van de meest waardevolle spullen beweerde hij dat ze van hem waren.

Op de begraafplaats schreeuwde hij de zonen toe dat hij een akte van overlijden nodig had. Die kreeg hij niet. Daardoor kon hij niet de verzekeringspolis innen, wat hij wel geprobeerd had. Maar wel is het hem gelukt om de auto van moeder binnen 2 dagen na haar overlijden op zijn eigen naam over te schrijven. Het is onduidelijk hoe hij dat heeft kunnen doen. Moeder en hij hadden geen samenlevingscontract. Een week of twee later bleek ook dat hij op de dag van overlijden van moeders bankrekening €1000,-  had overgemaakt naar de zijne. Waardoor de bankrekening van moeder een negatief saldo had.

Uiteraard deden de zonen aangifte. Alles werd uitvoerig door de politie opgenomen. Deze meneer werd ook aangehouden en verhoord toen hij rijdend in de auto van moeder werd aangetroffen. Maar de officier van justitie besloot niet te vervolgen. De zonen gingen daartegen in beklag, maar het mocht niet baten. Er werd hen geadviseerd een civiele procedure te starten om de spullen van hun moeder terug te krijgen. Deze zonen hebben echter noch de middelen, noch de mogelijkheid om een civiele procedure te starten. Bovendien hebben ze reden om bang te zijn voor deze meneer.

Bij de bank hoorden ze dat deze meneer niet alleen die 1000 euro van moeders rekening had overgemaakt, maar ook dat hij had geprobeerd een bankpasje op zijn eigen naam te krijgen. Een paar maanden later zag ik de bankafschriften en ontdekte een betaling van de jaarlijkse contributie van de ANWB, ruim €200,-  een maand voor overlijden. Ik vroeg de zonen of ze dat al hadden opgezegd. Nee, dat hadden ze nog niet, maar ze belden meteen. De ANWB bleek echter een week na overlijden al opgezegd. Het restant van de contributie, bijna 200 euro dus, was overgemaakt op de bankrekening van meneer. Toen de ANWB werd gewezen op het feit dat deze meneer geen erfgenaam is en geen recht heeft op dit geld en ook beslist geen akte van overlijden had kunnen overleggen, was hun verweer: “wij doen zoiets altijd in goed vertrouwen”.

Uiteindelijk hebben de zonen van de inboedel vrijwel niets ontvangen en helemaal geen geld. De verzekering dekte de uitvaart. Hoewel er nauwelijks schulden bleken te zijn, maakten ze wel kosten voor de afwikkeling. De bank is hen tegemoet gekomen en heeft de schuld kwijtgescholden, maar meneer heeft wel het geld kunnen houden. Het grootste gedeelte van de spullen is bij hem, hij rijdt in de auto van moeder en heeft ook nog de teruggave van de ANWB contributie naar zichzelf laten overmaken.

In deze situatie is het wel heel duidelijk: Stelen uit een erfenis kun je straffeloos doen. De erfgenamen hebben het nakijken. Misdaad loont.

Carla van der Heijden